Dit artikel is onderdeel van de E-cursus beeldhouwen,, Hoofdstuk: basisoefeningen

Beeldhouwoefeningen

Je zult beslist wel eens hebben ervaren dat je een duidelijk idee had wat je wilde maken. Maar dat dat niet uit de steen wou komen.
Bedenk dan, dat je dan eigenlijk bezig bent “naar voorbeeld” te werken. Je hebt het voorbeeld in je gedachten. En naar voorbeeld werken is veel moeilijker dan gedacht. En: een voorbeeld in je gedachten is veel warriger dan een echt voorbeeld (een beeldje of foto’s). Daarom deze inleiding beeldhouwoefeningen

Vaak valt het maken van een mooie vorm uit de steen toch tegen. Als je wel eens met klei een figuur gemaakt hebt is beeldhouwen toch een stuk moeilijker. Daarom maak ik een vergelijking.

De muziekschool

Als je piano wilt leren spelen zoek je meestal een leraar of gaat naar de muziekschool. Je weet dat je om goed piano te leren spelen veel zult moeten oefenen.

Dus je doet je études, of erger nog: toonladders. Dat klinkt vaak helemaal niet mooi. Daarom wissel je dat in de lessen ook af met leukere wijsjes.
Als je begint met beeldhouwen raad ik aan om 2x eenvoudig “zomaar wat te maken” ( zie hoofdpagina e-cursus). Daar komt meestal iets heel leuks uit. Daardoor krijg je plezier in beeldhouwen. Als je dat hebt kun je gerichter oefenen.

Soorten beeldhouwoefeningen

Bij het beeldhouwen zijn er verschillende soorten oefeningen om de verschillende aspecten onder de knie te krijgen.

Vrije vorm maken

De leukste en eenvoudigste manier om met beeldhouwen te beginnen is met vrije vormen uit zachte steen te oefenen. Het enige wat je daar voor nodig hebt is een beetje moed. Want: je weet niet wat er uit je steen gaat komen.
Je zou misschien zeggen dat dit geen oefenen is, maar al doende leer je toch om 3-dimensionaal te kijken, te ervaren welke vormen mooi of spannend zijn enz. Dat heb je later ook allemaal nodig.

Algemene vormen oefenen.

Bollen, kommen, golven enz.
Dit is de volgende stap na het maken van een aantal vrije vormen. Je vindt deze beeldhouwoefeningen bij de basisoefeningen.
Er is bv. een groot verschil tussen een gat in een steen maken (wat de steen ruimtelijker maakt) en dat gat omvormen tot een golf. Dat is: van lucht (het gat) naar de vorm van de steen (de golf). Dit zijn oefeningen die een groot aha effect hebben. Je leert van 2-dimensionaal denken naar 3-dimensionaal denken. Zie: Je ziet ineens het verschil tussen “negatieve vormen” en “volumes”. Zie de lessen: De diepte in met de rasp, Volumes: van gat naar golf en Van tekening naar volume.

Vormen: hoe haal ik mijn bedachte vorm of mijn voorbeeld uit de steen.

Zie hiervoor de lessen over werken naar voorbeeld. Wat je hiermee leert is een methode om veilig (zonder dat je ergens teveel weghaalt) een willekeurige vorm te maken. Zo kun je eerst de vorm (de volumes) maken. Maar: alles nog te dik, nog niet tot op de “huid” (bv. Als je een torso maakt maak je die eerst te dik). Zo kun je nog corrigeren bij het daarna langzaam zoeken van de goede grootte en positie van alle delen.
Dit is een leerproces dat veel tijd vergt.

Handvaardigheid

Als je in een wat hardere steen wilt werken moet je met ander gereedschap werken dan bij zachte steen. En, belangrijk: je moet slagtechniek oefenen. Hier gaat het om je motoriek. Puur om bewegingen te oefenen. Dat doe je zonder er over na te denken. Toen je leerde lopen heb je ook niet bedacht hoe je je voet precies moest bewegen. Sterker nog: als je nu precies zou willen bedenken hoe je loopt (‘nu mijn rechtervoet optillen’ enz.) val je om.
Deze oefeningen vergen veel tijd voor je de bewegingen automatisch goed uitvoert. Dat kan wel eens heel frustrerend zijn.

De vormgevingsoefeningen nader bekeken.

Sommige vormgevingsoefeningen heb ik vaak met cursisten gedaan. Maar meestal bleef daar toch weinig van hangen. Dat komt door wat ik de “Bob Ross valkuil” noem.

De “Bob Ross” valkuil

(Wie Bob Ross niet kent: zie bv. de volgende youtube film: Bob Ross Season 8 episode 12)

Ik deed vroeger nog wel eens een oefening om naar voorbeeld te werken. bv. om een olifant of ijsbeertje te maken. Daarbij deed ik als leraar alles voor. Mijn leerlingen hoefden dat alleen maar na te doen.
Mijn leerlingen verwarden dan vaak het doel van de oefeningen met het fysieke eindresultaat: “ik heb een heel mooie druppel /ijsbeer /olifant gemaakt”. Maar ze hadden dan weinig geleerd.

Want wat is het doel van de oefening?
Dat is de manier leren waarop je tot je eindresultaat komt. Het belangrijkste is dat je snapt waarom je op deze manier werkt. Het eindresultaat hoeft bij de oefening niet mooi te zijn. Dat is lastiger dan bij piano leren spelen. Daar is het eindresultaat meteen weg. Maar je vindt het bij het beeldhouwen toch jammer als uit je steen niets moois komt. Daarom ook werken we bij vormgevings-oefeningen bij voorkeur met mergel. Daar kun je geen fijne details in maken. Je resultaat blijft tamelijk grof.

Conclusie

Deze manier van oefenen is geen goede start om te leren vormen. Ik doe zulke oefeningen pas met cursisten als ze genoeg ervaring hebben met eenvoudige vormen.

Veel oefenen is nodig

Je moet veel oefenen om echt iets nieuws (een nieuwe bewerking,een nieuwe manier van kijken) te leren. Na één keer een beeldhouwoefening doen kun je niet verwachten echt veel geleerd te hebben.

Advies

  • Begin met het maken van vrije vormen uit zachte steen. Zo kun je al snel iets leuks maken. Ondertussen leer je ook: je ervaart welke vormen mooi zijn, hoe je die moet maken. Je leert ook anders naar vormen te kijken en je vormen in de steen voor te stellen. Bekijk de les: “Zonder plan een vrije vorm maken” als start.
  • Daarna kun je doorgaan vrije vormen te maken en daarin algemene vormen te verwerken: met name bolle vormen werken goed. Die wekken al gauw associaties met levende dingen. Zie de lessen “basisvormen: bol”, “basisvormen: slakkenhuis en spiraal” en “Volumes: van gat naar golf

Soms zie je dan ineens bv. een olifant in je steen. Die kun je dan verder uitwerken. Dit is veel eenvoudiger dan wanneer je je voorneemt een olifant te maken. Dan moet je eerst zover komen dat het een beetje naar olifant uitziet en dat is net het moeilijkste stuk.

  • Pas als je daar veel ervaring mee hebt kun je naar voorbeeld gaan werken.