Gereedschap voor zachte steen

Gereedschap voor zachte steen

Inleiding: over beeldhouw (hand-) gereedschap voor zachte steen

In den beginne…

Venus van Lespugue

In de vroege oudheid (vanaf minstens 30.000 jaar geleden) heeft de mens 3-dimensionale beeldjes gemaakt.
Daarvoor gebruikten ze vaak ivoor of kalksteen maar ook wel speksteen. Zie ref. [cook]. Ze bewerkten dat met stenen gereedschap (vaak vuursteen).

Hiernaast: Eigen replica van de “Venus” van Lespugue (Fr. ca. 23.000 v.Chr).

Later kwam gereedschap uit metaal daarmee kon men hardere steen bewerken. Eerst koper, later brons. Marmer bewerken met bronzen beitels is echter niet eenvoudig. Brons is daarvoor eigenlijk te zacht. IJzer uit meteorieten volgde (oudst bekend uit Soemerië ca. 4000 v.Chr.).
Vanaf ca. 2000 v. Chr. verspreidt de kennis van het winnen van ijzer uit erts en de omzetting in staal zich heel langzaam over het Midden-Oosten. Daarmee krijgt de beeldhouwer beschikking over smeedstalen beitels.

De Grieken werken vanaf tenminste de 6e eeuw voor Christus met stalen beitels (ref. [palagia]).
Meer dan 2300 jaar zijn smeedstalen beitels de werkpaarden van de beeldhouwer! Oftewel: met smeedstalen beitels kun je bijna elke steensoort bewerken.
Pas in het begin van de 20e eeuw worden legeringen als widia uitgevonden. Widia is veel harder dan staal.

De “beste” gereedschapskeuze.

Gereedschap is toch afhankelijk van de steensoort die je bewerkt. Ondanks dat je alles met smeedstaal kunt bewerken kun je nu kiezen uit verschillende materialen. Afhankelijk van de hardheid van de steen kun je het meest geschikte materiaal kiezen. Ik onderscheid 3 groepen gereedschap: Voor zeer zachte steen, voor hardere steen en voor harde en zeer harde steen.
In dit eerste artikel behandel ik alleen gereedschap voor zeer zachte steensoorten. Gereedschap voor harde/zeer harde steensoorten vind je hier.

(Voor een uitleg over hardheid van steen zie het artikel “Moeilijkheidsgraad van beeldhouwsteen”)

Gereedschap voor zeer zachte steen.

Voor zeer zachte steen hebben geen duur “beeldhouwers”-gereedschap nodig. We kunnen hiervoor ook in de bouwmarkt terecht.

Beitels

Als beitels kunnen we hier een simpele set houtbeitels gebruiken. Deze gebruiken we in combinatie met houten hamertjes of kloppers. Want: deze beitels hebben houten (soms kunststof) heften (“hout op hout”). Als je daar met een metalen hamer of klopper op slaat gaat de kop van de beitel splinteren of scheuren.
Om holle vormen te maken zijn er ook goedkope setjes holle houtbeitels (gutsbeitels) te koop, dat is soms wat zoeken in de bouwmarkt (Gamma en Karwei hebben ze). Verder natuurlijk op internet te koop.

Goedkope Vlakke beitels (Steekbeitels) en Gutsbeitels en een beeldhouwklopper

Zelf slijp ik vlakke houtbeitels (steekbeitels) ook graag rond na, zodat je een “rondeel” krijgt. Deze werken voor ondiep uithollen beter dan de gutsbeitels.

Uiteinde van een gutsbeitel en een afgeronde steekbeitel

NB. het heeft weinig zin dure speciale beitels voor zachte steen te kopen. Met name speksteen heeft vaak harde tot zeer harde insluitingen waarop je beitel dan een “hap” krijgt. Je moet deze beitels dus regelmatig naslijpen. Je kunt daarom beter een goedkope beitel hebben. (Er volgt nog een artikel over gereedschap slijpen).

Raspen

Voor raspen en vijlen geldt net zoiets: gewone goedkope houtraspen werken voor deze stenen prima. Alleen: de typische (en handige) raspen in beeldhouwvorm (zie plaatje) vind je in de bouwmarkt niet.

Simpele raspen: halfrond, rond (“rattenstaart”), vlak en “beeldhouwmodellen”.

Over het gebruik van de verschillende beeldhouwraspen het volgende filmpje:

Aanvullend zijn er speksteenmesjes. Voor fijn werk zijn die heel geschikt. Niet met je houten klopper op slaan, alleen met de hand werken.
Met dit gereedschap kun je bv. mergel, speksteen, maar ook nog witte albast en zachte serpentijn bewerken. De speksteenmesjes zijn er in verschillende soorten, zie hieronder. Het linker doosje heeft alleen rechte mesjes, daarvan slijp ik er ook altijd een paar rond (middelste afbeelding).

Speksteenmesjes

Een zaag.

Ofwel een “speksteenzaag” of een oude houtzaag, ook daarmee laat speksteen zich goed zagen

Kwaliteit van raspen

De kwaliteit van raspen is erg verschillend. Deze wordt bepaald door:

  • De kwaliteit en hardheid van het staal. Te weinig gehard betekent dat de rasp snel bot wordt. Te ver gehard betekent dat de rasp snel breekt (bv. bij vallen op de punt)
  • De verdeling van de tanden. Belangrijk is dat de tanden tot aan de rand, beter nog er overheen lopen. Zie plaatjes hieronder. Je werkt namelijk vaak met of tegen de zijkant van de rasp.
Vertanding. links: machinaal gestoken, regelmatig patroon, niet tot op de rand, rechts: machinaal halfregelmatig gestoken tot over de rand
  • Verder wordt er onderscheid tussen machinaal- en handgestoken raspen gemaakt. Handgestoken zou beter zijn. Dat zit wat ingewikkelder: bij machinaal en in een regelmatig patroon gestoken raspen krijg je als je in één richting werkt ook een golvend patroon in je steen. Dat verdwijnt als je even in een andere richting werkt. Er zijn echter ook machinaal gestoken raspen met een onregelmatig patroon.
Patroon op de steen van een machinaal gestoken rasp
Handgestoken rasp (maar niet over de rand)

Onderhoud van raspen en beitels

Bedenk dat bijna alle raspen en beitels voor zachte en hardere steen gemaakt zijn van gesmeed koolstofstaal. Dat kan snel roesten. Gevolg van roesten is dat ze bot worden. Een beitel kun je naslijpen, maar een rasp niet! Raspen dus nooit nat gebruiken of onmiddellijk na gebruik volledig drogen (met een föhn)!
Verder willen sommigen hun raspen schoonmaken door ze op elkaar te slaan. Dat is heel slecht voor je rasp. Je slaat dan de snijkanten op elkaar (doe je met je keukenmessen ook niet) zo worden ze bot. Zolang je rasp niet dicht zit met steenstof hoef je hem niet schoon te maken. Zo nodig met een messing borstel schoon borstelen. Gebruik geen staalborstel!

Grootte van het gereedschap

Hamer of klopper.

Deze moeten bij je spierkracht passen. Voor een grote harde steen heb je geen grotere hamer nodig dan voor een kleintje. Alleen voor heel zachte steen kun je een wat lichtere klopper nemen. Advies: begin licht. Voor de meeste beginners is een klopper van 400 of 500 gram prima. Als je meer ervaring hebt kun je wat groters proberen. Ikzelf ben eerder lichter dan zwaarder gaan werken.

Referenties

[palagia]: Olga Palagia (editor) “Greek sculpture. function, materials and techniques in the archaic and classical periods” ISBN 9780521738378
Ook online bij cambridge university presss.
[cook]: Jill Cook. “Ice Age art”, British museum press (2013), ISBN 9780714123332.

Deze les is onderdeel van de E-cursus steen, onderdeel beeldhouwgereedschap. Voor een overzicht zie: E-cursus.

Volg onze blogs

Je kunt je abonneren op de posts van de beeldhouwtuin.
Dan krijg je elke keer als er een nieuwe artikel is een email met de titel, een korte samenvatting en een link naar het hele artikel.