De eerste techniek

Deze post is onderdeel van de serie “Zelf beeldhouwen”.Voor een overzicht zie: Over zelf beeldhouwen.

In het artikel “vormen van klein naar groot” hebben we het over vormgeving gehad. Dat is: het wat. In dit artikel meer over hoe je nu zo’n vorm maakt.

​ De druppeloefening: bolle en holle vormen

We beginnen weer heel eenvoudig: hoe maak ik bolle en holle vormen.
We nemen een homogene, zachte steen. Een blokje van ongeveer 7 á 8 cm breed en dik en 10 tot 12 cm lang. Mergel is voor onze oefeningen ideaal. Gebruik een halfronde rasp. We maken aan één uiteinde van de steen een halve bol.

Om nu een bolle vorm te maken is het belangrijk niet bezig te zijn met: “waar moet wat weg”, maar met de gewenste vorm. Maak met de vlakke kant van de rasp naar de steen een ronde beweging in de lucht. Blijf deze beweging maken en beweeg de steen naar de rasp toe tot die op de hoeken van de steen materiaal wegneemt. Zo ontstaat vanzelf een bolle vorm. Draai ook de steen steeds een beetje zodat de bovenkant helemaal rond wordt.

Als één kant van de steen helemaal rond is gaan we de andere kant bewerken. We laten daar de steen uitlopen in een druppelvorm. Daarvoor moeten we eerst weer een ronde vorm naar de punt toe maken. Daarna de holle kant naar de punt.
Voor de holle delen van de druppel gebruiken we de ronde kant van de rasp. Maak weer de beweging zoals de vorm moet worden over de steen.
In het filmpje hieronder laat ik het zien.

Music by Lesfm from Pixabay

Een kom met de rasp

Als je met een rasp een kom wilt maken kun je niet met een halfronde rasp werken.
Daarvoor zijn er verschillende speciale raspvormen zie plaatje hiernaast.

Werk wel op vergelijkbare manier: steeds de hele vorm bewerken. Deze vorm eerst ondiep laten, dan langzaam dieper maken.
We werken altijd met de hele vorm, niet “hier moet wat weg, daar moet wat weg”.

Dat doen we ook als we met de beitel werken.

​ Diepe holle vorm maken met de beitel (kom)

Gereedschap: holle houtbeitel en houten hamer of klopper. Steen: homogene zachte speksteen.
We beginnen van de kanten van de toekomstige kom een ondiepe deuk in de steen te maken. Haal maximaal ½ cm diep steen weg, naar de randen steeds minder. Zo hebben we direct de gewenste vorm, hij moet alleen dieper. Maak hem dieper door steeds een laagje meer af te schillen.

Zijdelings werken
Schaal uitdiepen met de beitel

Als we de kom dieper en dieper maken zullen we zo onze beitel aan de randen steeds meer verticaal houden. Dat is gevaarlijk, want zo kunnen we de bodem uit onze kom slaan. Daarom gaan we daar zijdelings werken: dan wordt de bodem minder belast.

Dr. Oeps: steen moet weg kunnen.

We proberen onze steen altijd zo min mogelijk te belasten. Stel we willen een diepe kuil in onze steen maken. Dan is het niet handig de beitel zo te houden als in het linker plaatje. Zo kom je alleen met veel kracht de diepte in. Want je moet zo steen verpulveren. En: de druksterkte (=als de steen onder de druk gaat verpulveren) is bij de meeste steensoorten 5 tot 20x groter dan de treksterkte. Als je met veel kracht verticaal op je beitel slaat breekt daarom vaak de hele steen doormidden. Je beitel werkt dan als wig.

Zorg er daarom voor dat de stukjes steen weg kunnen springen. Dat doe je door schuin te werken (rechter plaatje).

Hoe maak ik dan een steil, diep gat ?

Door eerst een gaatje van de gewenste diepte te boren. Daarna de zijkanten van het gat uitbreken. Niet verticaal zoals links, want dan schiet je beitel in het gat, maar zoals rechts laagje voor laagje schuin weghalen.

​Diepe groeven

Als je met een rasp werkt is dat eenvoudig. Je kunt met de zijkant van de rasp werken. Met de beitel is dat lastiger. Diepe groeven maak je hier door in de richting van de groef te werken. Bij voorkeur met een rondeel (zie blog over gereedschap).
Altijd geldt: eerst breedte, dan diepte. Maak een kleine kerf. Verbreed die eerst en diep die dan pas uit. Zo voorkom je dat je beitel aan twee zijden van de groef druk uitoefent en zo als wig werkt.

Je maakt eerst een kerf. Werk in de richting van de groef, niet dwars erop! Zo kan je de richting van de groef goed bepalen.
Dan draai je je beitel om zodat de vlakke kant van de groef afwijst. Hou wat ruimte. Zo breekt steen in de richting van de groef uit, maar daar is ook ruimte voor. Zo creëer je breedte. De onderkant van de groef is nu min of meer vlak. Die kun je nu uitdiepen tot je een V-vormige groef hebt. Dan de groef eerst weer breder maken voor je weer dieper gaat.
Hieronder hetzelfde nog eens in doorsnee.

Deze post is onderdeel van de serie “Zelf beeldhouwen”.Voor een overzicht zie: Over zelf beeldhouwen.

Meer leren?

Lees de volgende bijdragen in deze blog en oefen aan de hand hiervan met beeldhouwen
of:
Doe een cursus of workshop bij de beeldhouwtuin. Dan werk je in een groep met een docent, dat is altijd inspirerender en leerzamer dan alleen werken.

Volg onze blogs

Je kunt je abonneren op de posts van de beeldhouwtuin.
Dan krijg je elke keer als er een nieuwe artikel is een email met de titel, een korte samenvatting en een link naar het hele artikel.